Ruimte voor buurtinitiatieven creëren we (voornamelijk) zelf

Onlangs is het manifest ‘Gezond ouder worden doe je samen in de buurt’, opgesteld door Marcel Canoy en ondertekend door veel prominente Nederlandse zorgorganisaties, dan wel door hun vertegenwoordigers. Pleidooi is dat ‘het systeem’ de buurtinitiatieven voortdurend in de weg zit. Ministers Helder, van Gennip en De Jonge worden opgeroepen om het volgende te verklaren: ‘Alle systeempartijen die deze initiatieven in de weg staan, mogen dat in Den Haag aan ons komen uitleggen. Waar nodig passen we de regels aan.’ Het manifest wordt massaal ondertekend.

Wij delen het belang van ruimte voor buurtinitiatieven en daarmee de geest die spreekt uit dit manifest. Ook delen we dat daarbij nodig is dat verkokerde beleidsvelden samen optrekken en dat onnodige regels moeten worden opgeheven. Ons eigen manifest Van Zorg naar Leven is al jarenlang daarvoor onze leidraad. Wij willen wel kanttekeningen plaatsen bij het onlangs gepubliceerde manifest:

  • Wie zijn ‘systeempartijen’? Zijn er ook ‘niet-systeem partijen’? Wordt hiermee geen onwerkelijke tegenstelling gecreëerd? Onze visie is dat wij allen onderdeel uitmaken van een systeem. Een systeem waar we allemaal in meer of mindere mate aan mee bouwen, of hebben gebouwd, in stand houden, bevechten, alternatieven verzinnen etc etc. Vanuit dat gegeven zijn wij allen verantwoordelijk voor ‘het systeem’, niet alleen Den Haag. Een systeem wat er nu eenmaal altijd zal zijn.

  • Is het niet paradoxaal dat het belang van de buurt gehaald en verdedigd moet worden in Den Haag? Mogen zij dan voor ons bepalen welke regels wel of niet nodig zijn? Hoeveel zicht hebben zij op de situatie in de buurt?

  • Zijn de geschetste belemmeringen wel dé belemmeringen? Of manifesteren die zich niet breder, in hoe wij informele zorg onderwaarderen? Hoeveel rek heeft de informele zorg nog, nu we vastlopen in de formele zorg? (lees Lynn Berger ‘Zorg’ of haar recente ‘Ik werk al (ik krijg er alleen niet voor betaald)’. Kortom, als de onnodige regels uit de weg zijn geruimd, is het dan werkelijk ruim baan voor de buurtinitiatieven?

  • En tenslotte: is dit niet een te eenvoudige voorstelling van zaken? Initiatieven, of die nu vanuit de buurt, of op welk ander niveau dan ook plaatsvinden, stuiten nou eenmaal op weerstanden. De werkelijkheid is complex, belangen per definitie tegenstrijdig. Laten we niet doen alsof deze perspectieven, soms in de vorm van regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening bijvoorbeeld, per definitie uit de weg geruimd moeten worden. Misschien is daar ooit ook goed over nagedacht. Erachter ligt de gedachte dat een buurtinitiatief per definitie ‘goed’ is. Er mogen vragen gesteld blijven worden: goed voor wie?

Wat ons betreft gaat het om de houding van ieder individu, om met lef en liefde te kijken, denken en handelen vanuit mogelijkheden, regels te doorbreken waar nodig, maar ook om zorg van mens tot mens te waarderen, om te komen tot die zorgzame samenleving. Daarmee is ons manifest  Van Zorg naar Leven vooral een oproep aan onszelf, vanuit een vertrouwen in de intrinsieke kracht van deze beweging.

Vraag je je nu af wat wij concreet bedoelen? Lees dan eens onze persoonlijke invulling:

Annie: in mijn werk als coach en projectleider in de zorg focus ik op het belang van de mens, voor wie doen wij het? Wat heeft de mens nodig, in de positie van cliënt en in de positie van de professional en mag dat er zijn? Ik probeer juist niet te focussen op het systeem, maar de onderdelen in dat systeem en welke invloed hebben die op elkaar. En wat kunnen we daarin wel beïnvloeden zodat het leven, dat wat de mens ervaart in het leven, centraal staat.

Hedwig: In mijn werk als bestuurssecretaris maak ik me sterk om voortdurend te gaan voor de ontmoeting in het midden. Ik richt me op de houding die we aannemen naar elkaar en wat we daarmee kunnen bewerkstelligen, in plaats van structuurwijzigingen, nieuwe systemen etc te snel te zien als oplossingen. Ik streef ernaar de essentie boven tafel te krijgen, onze waarden en normen helder te krijgen en hierover het gesprek te voeren. Het ongemak aan te gaan en juist daarin elkaar te herkennen. Om vanuit deze basis te komen tot rijke en gedragen besluitvorming.

Peter: Het manifest van de samentafel en het gedachtegoed achter van zorg naar leven neem ik elke dag wel mee in mijn werk. Individuele personen, of dat nu zorgprofessionals zijn, cliënten, mantelzorgers of partners kunnen zichzelf afvragen waarom processen lopen zoals ze lopen. Elke vraag daarover veroorzaakt een rimpeling in het systeem waar we inzetten. De rimpelingen bij elkaar veroorzaken een grotere beweging waarin de individu en de deskundigheid weer centraal komt te staan. In mijn werkzaamheden bij Lerend netwerk en in mijn begeleidende werkzaamheden gericht op Vrijheid en Veiligheid en gericht op Leven met Zorg probeer ik de rimpeling te veroorzaken die uiteindelijk de beweging op gang brengt om meer vanuit de individu te kijken.

John: In mijn werk als ondervinder sta ik vooral stil bij de ervaring. Zeker waar broosheid, afhankelijkheid en wederkerigheid meedoen. Meedoen door allen die erbij betrokken zijn. Een ervaring is altijd uniek en juist daarin zo wezenlijk. Een ervaring gaat niet over goed of fout maar helpt om onderscheid te maken in de zin en de onzin van en in het leven. Ervaren heeft geen voor- of achterkant of geen boven- of onderkant. Ervaringen dragen meervoudigheid in zich mee. Juist daaraan aandacht geven, hoe lastig het vaak ook is, geeft energie aan het individu en in het collectief. 

Luthien: In mijn rol als manager, coach, adviseur spiegel ik, de processen, het systeem en het individu. Vaak wordt vergeten waar we het ook alweer allemaal voor doen. Is dat het systeem of de mens?
Door vragen te blijven stellen en terug te geven wat ik zie, probeer ik verbinding te creëren vanuit het mensbeeld. Durf regels, systemen anders te zien, te benaderen vanuit lef en liefde! Dat brengt zoveel meer.

Dries:
Het leven in een woongroep
Al langere tijd hebben mijn echtgenote en ik (71 en 74 jaar oud) ervoor gekozen om de rest van ons leven door te brengen in een omgeving, waar aandacht en zorg voor elkaar belangrijke uitgangspunten zijn. Na een paar omzwervingen kwamen we 3 jaar geleden in contact met de toen pas gestarte woongemeenschap  Binnentuin Hof Lindebeek in het Brabantse dorpje Stevensbeek, nabij Boxmeer. De vereniging was opgericht, de bouwplannen van de duurzame projectontwikkelaar lagen al klaar en het werven van leden was begonnen. Daar hebben we vanaf dat moment actief aan deelgenomen.

Uitgangspunten
En sinds najaar 2022 wonen we nu met een woongroep van 27 medebewoners in leeftijd variërend van 23 tot 75 jaar, met twee kinderen van 2.5 en 8 jaar. Een ieder heeft zich verbonden aan de volgende 3 pijlers van de gemeenschap:

  1. LEVEN IN VERBINDING

  1. ZORGZAME WOONOMGEVING 

  1. GROEN EN DUURZAAM

 Over de tweede pijler wil ik hier in het kader van het manifest ’Gezond ouder worden doen we samen in de buurt’ in het kort iets vertellen. Bij die pijler hebben we de volgende uitgangspunten punten geformuleerd:

  • Samenleven in groei en ontwikkeling, zoeken naar nieuwe wegen,

  • Leven in goed nabuurschap en iets bijdragen aan het welzijn van een ander,

  • Dat we samen sterk staan en minder snel afhankelijk zijn van zorg- en andere instanties.

  • Professionele en structurele zorg kunnen we niet bieden, elkaar helpen wel.

Meerwaarde
Op papier klinken zulke woorden en zinnen altijd prachtig, je kunt het er eigenlijk nooit mee oneens zijn. Maar, echt waar, onze werkelijkheid leert dat met name  nabuurschap grote meerwaarde heeft bij het wonen in een gemeenschap. Even elkaar naar het station brengen, inspringen bij ziekte, een pannetje soep langs brengen, boodschappen doen, samen werken aan de inrichting van het gemeenschapshuis.… Het voelt als een warme deken en we zijn ook werkelijk minder snel afhankelijk van zorg van buiten.

Grenzen respecteren
Lastiger is het wanneer je met elkaar gaat praten over bijvoorbeeld de overgang van elkaar helpen naar het inschakelen van professionele structurele zorg. Daar komt de gezonde balans tussen ik en wij om de hoek kijken. Dan blijkt het vaak moeilijk eigen grenzen en die van de anderen serieus te nemen en te respecteren. Vooral als er bewoners zijn die in de zorg hun werk hebben. En vooral ook wanneer structurele zorg  nodig blijkt wanneer iemand langere tijd ziek is. Daar zijn we regelmatig met elkaar over in gesprek vanuit de principes van verbindende communicatie, ook zo’n mooi begrip met hoekige kanten wanneer het om de praktijk gaat. Want praten met elkaar is lastiger dan over elkaar, een open deur, maar toch een essentieel ingrediënt wanneer je wilt zorgen voor voldoende veiligheid bij en vertrouwen in elkaar.

Pas op voor te hoge idealen
Ik merk dat sommigen, vooral zij met hoge idealen, snel teleurgesteld raken wanneer het niet allemaal vanzelf gaat. Want het in praktijk brengen van principes van zorg voor elkaar  is regelmatig een kwestie van hard werken en ..van leren, van elkaar en van de praktijk. Ook al ben ik als externe  professional vaak bij samenwerkingsvraagstukken betrokken (geweest), onderdeel uitmaken van een gemeenschap is werkelijk iets anders. Nee, een woongroep is bepaald geen rusthuis en…. tegelijkertijd zeer de moeite waard, zeker in het licht van bovengenoemd manifest. Ik ondervind het aan den lijve en zou niet meer anders willen, ondanks de onontkoombare hobbels op het pad.

Dries Oosterhof
vrijmaker bij de Samentafel
www.desamentafel.nl
www.binnentuin-hoflindebeek.nl

Vorige
Vorige

Capaciteit?!

Volgende
Volgende

Wat kun je als werkgever betekenen in deze tijden voor je medewerkers?